Gistermorgen werden we wakker en keken we naar buiten om te constateren dat het weer een natte bedoeling was en blijft deze dag. We ruimen alles klaar voor vertrek en gaan beginnen aan een weer prachtige rit richting Aurillac.
Aurillac is een stad in het departement Cantal en ligt aan het riviertje de Jordanne. Het is de grootste gemeente in het departement en dus ook bestuurlijk is dit de hoofdstad van dit gebied. Waarom gaan jullie dan naar Aurillac is de vraag misschien? Nou, dat zal ik jullie toelichten; Aurillac is de historische paraplu-hoofdstad van Frankrijk en hier worden dan ook de meeste paraplu’s gemaakt van geheel Frankrijk. Gezien de weersomstandigheden deze week en de komende dagen leek ons daarom een bezoek aan die stad wel wat waard.
Onderweg rijden we weer door zulke mooie streken en hebben we weer zo genoten van de rit. Deze voer ons langs een aantal “groene” wegen op de kaart, welke dus bezienswaardig zijn aangemerkt. Via Cascade de Trador, een romeinse brug waar ook een waterval vlakbij neerklettert in de rivier, naar Tauves, Bort-les-Orgues, Ydes, Mauriac, Saint Martin Valmeroux, Jussac naar uiteindelijk Aurillac.




Daar aangekomen kwam de regen met bakken uit de lucht vallen en was er op straat en in de stad geen teken van leven. Het seizoen is voorbij en er was ook niets geopend. Mistroostig zag het er allemaal uit. Als we aankomen op de Camping Car Park in Aurillac zien we dat we maar met 3 campers op de plaats staan. Na installeren van de camper is eerst onze Joep aan de beurt. De kleine man doet het vreselijk goed in de camper en tijdens de ritten, maar net zoals de chauffeur is hij er na 5 uur sturen wel een beetje klaar mee. We gaan met hem aan de wandel, maar zo midden in de stad is het zoeken naar parken en groen. We lopen daarom maar een soort bosperceel in waar een heel slecht paadje loopt over rotsstenen naar boven. We beginnen er met volle moed aan en al snel komen we erachter dat dit hem niet gaat worden. We lopen nog een stuk terug en lopen wat door de wijk in deze stad. Er staan prachtige huizen, maar ook hier alle luiken dicht. Je weet gewoon niet of er iemand thuis is of niet. Miriam en ik zijn allebei moe en willen niet verder door de stad slenteren. Het weer is zo vreselijk slecht. Grijs, grauw en nat.
Ook als we binnen zitten zeggen we tegen elkaar dat wij eigenlijk steden niks aan vinden om er te kamperen. Zo’n camperplaats midden in de stad vinden wij echt niks. Wij zijn liever midden in de natuur, bij voorkeur in de bossen en bergen. Nou, dan gaan we morgen dan maar weer verder naar op zoek. Al is het alleen maar om Joep wat meer leukere wandelingen te kunnen bieden. Hij is de laatste dagen niet verwend geweest door de camperplaatsen die we bezocht hebben.
De avond valt niet veel over te vertellen. Beetje voetbal kijken, lezen en dan naar bed. De binnendoor-weggetjes kosten naast wat meer tijd ook wat meer energie. Meer schakelen, remmen en alerter op tegenliggers en smallere bermen. Kortom; na inmiddels 1500 kilometer geheel tussendoor kunnen wij elke avond goed slapen. Morgen weer verder, richting Carcasonne. We denken niet dat we die stad gaan bezoeken, ondanks dat het de moeite waard schijnt te zijn. We hebben de afgelopen weken/maanden veel camperaars bekeken op YouTube die daar geweest zijn, dus we hebben er een goed beeld bij; druk en heeel toeristisch. Het verbaast ons hoeveel campers we onderweg tegenkomen. Wij houden gewoon niet van drukte en daarom zien we morgen wel waar we terecht komen.
Vanmorgen weer regen, regen en nog eens regen. Elke ochtend sta ik met mijn goede gedrag de tanks te vullen en legen en toilet te verschonen. Ik hoop op snel een korte broek en polo te dragen, maar vandaag gaat dat weer niet lukken. We gaan op pad.
De eerste kilometers na Aurillac zijn nog wat druk qua verkeer en moesten we eerst door de stad heen om aan de andere kant uit te komen om richting Arpajon sur Cére en Montsalvy te rijden en daar vanuit de Gorge de Lot te volgen. Prachtige route was dit gedeelte. We rijden door kloven, grotten, bomen en altijd aan onze rechterzijde de wat kolkende Lot.







Daarna richting Bozouls, Rodez, Albi, Realmont, Castres, Mazamet om uiteindelijk in het kleine dorpje Cuxac-Cardadés te komen om daar ons kamp op te slaan voor vandaag. Dit dorpje ligt in het departement Aude en telt zo’n kleine duizend inwoners. We staan op een Park4Night plekje, zonder faciliteiten, dus staan we los. Wij vinden dit altijd wel soort van spannend. Je weet nooit of je genoeg stroom in je accu hebt om te doen wat je normaal doet. Verlichting en phones opladen moet geen probleem zijn. Maar of je dan ook de maxxfan en smart tv aan kan hebben de hele avond? Tja, met een 100 Ah accu moet je toch een avondje kunnen overbruggen lijkt ons. We zullen energiezuinig leven vanavond..




Direct achter onze parkeerplaats, loopt een leuk parkje slingerend over loopplanken, bospaadjes en een kabbelend kreekje. Joep is niet te houden en eerst Miriam en daarna samen lopen met de kwispelende speelse jeugdige Joep te dartelen. Spelen met een stok, zwemmen en blij meelopen. Mooi! Kan ie vanavond weer in zijn luxe hok van 18 m2.

De rest van de middag zoekt Mir een route uit richting de spaanse grens voor morgen en schrijf ik dit blog. Vanavond lezen we denk ik lekker in onze boeken. Ik lees het boek van Boris Becker over zijn gevangenisperiode en Miriam leest Ieni Mieni Mutte van M.J. Arlidge. Een avondje zonder TV gaat ons zeker lukken. Morgen maar weer kijken waar we terecht komen. Maar wat er ook gebeurt…..ik draag een korte broek!


































































































































