Beste bloglezers,
Op verzoek plaatsen wij ons reisblog van 2006, toen wij voor het eerst een camper hebben gehuurd in Canada/USA. Vanaf dat moment waren we verkocht aan het camperen en heeft het uiteindelijk geleidt tot de aanschaf van onze Lambortinki.
Aangezien deze herinneringen en ervaringen onze dromen hebben veranderd, plaatsen wij op verzoek van een aantal volgers dit reisverslag. De foto’s en video’s (zie onderaan dit blogbericht) zullen later bijgeplaatst worden, maar vooralsnog nu eerst de tekst van onze onvergetelijke reis en het ontdekken van het leven in en met een camper! We love it!
31 augustus 2006
Om 9 uur met de trein vanuit Lelystad naar Schiphol gereden. Eigenlijk is dit de makkelijkste manier van transport naar het vliegveld; je stapt uit midden in Schiphol, perfect gewoon!!
De vlucht naar Cincinetti vertrok keurig op tijd en was godzijdank niet helemaal vol, maar toch was het Martin niet gelukt om 3 stoelen te krijgen voor ons beiden.
Wel een heel leuke vlucht gehad met 3 mensen uit Wanroij en omstreken. Erg gelachen met elkaar en veel reiservaringen met elkaar gedeeld. Zij hadden de route die wij gaan rijden al eerder gereden en konden ons dus nog leuke tips meegeven.
Na aankomst in Cincinetti moesten we nog even door de douane en onze koffers oppikken en deze weer inchecken voor de volgende vlucht naar Salt Lake City. Al Miriam haar kleding bleek gechecked te zijn geweest ivm haar statief voor de camera in de koffer en een alarm wat afging bij haar handbagage. Echter ze konden niets verdachts vinden. Miriam was toen echt wel toe aan een “vredespijp” of 3; ze mocht namelijk nergens roken en was verbannen naar een ruimte waar andere junks mochten roken. Maar eerlijk is eerlijk: Miriam bleek dus in goede harmonie in staat om 13 uur zonder sigaret te kunnen doorkomen. Kan ze best lang doen met haar op schiphol gekochte 400 sigaretten…
De volgende vlucht kostte M&M wat meer moeite; de vermoeidheid begon beiden parten te spelen. Ook de kleinere stoelen op de binnenlandse vlucht naar Salt Lake City maakten het niet eenvoudig om nog comfortabel te zitten.
Maar na aankomst in Salt Lake City Int. Airport waren we in no time in de taxi op weg naar ons hotel. Daar aangekomen nog even wat gegeten in een culinair zeer hoogstaand restaurant: Kentucky Fried Chicken.
Tot slot nog even een fles water gehaald bij een winkel, waar een zeer dubieuze sfeer hing, wat zo uit een slecht geacteerde B-film had kunnen komen; houterige klanten en een minstens zo houterige winkelbediende (Manuel uit Fawlty Towers was er niets bij….)
Om 22.00 uur lekker gaan slapen in ons Super King Size bed; Om Miriam te bespringen moest Martin eerst zijn nieuwe wandelschoenen uitproberen……zo’n eind uit elkaar lagen ze… De volgende morgen om 9 uur komt de camperverhuurder ons halen en gaat ons avontuur echt beginnen!
1 september 2006 (0 tot 304 kilometer)
Vannacht hebben we beiden erg lekker geslapen en vol goede moed begonnen aan de nieuwe dag. Om 09 uur werden we opgepikt door de camperverhuurder om ons naar de plek te brengen waar we de camper konden ontvangen. Nadat we alle papieren hadden afgewikkeld en instructies hadden gekregen konden we eindelijk beginnen met onze reis. Moet eerlijk zeggen dat de grootte van de camper en het rijden daarmee toch iets meer vergde van Martin dan vooraf werd verwacht. Dan ook nog eens beginnen met het wegrijden in een drukke stad en ook nog een drukke snelweg; het echte ontspannen rijden kwam pas later.
Voor het hotel spraken we met een zeer aardige man (zoals bijna iedereen hier erg aardig en behulpzaam is) die naar onze reisplannen vroeg. Nadat we hadden aangegeven wat we van plan waren, gaf hij de suggestie om eerder van de interstate af te gaan en via provinciale wegen te rijden. Dit was met name in verband met de mooie omgeving een veel mooiere route. We hebben zijn advies opgevolgd en hij had geen woord gelogen. Het was namelijk een prachtige weg met veel variatie.
De route begon vanaf Salt Lake City richting Ogden en Logan, via de interstate I15 North en later de 89. Deze 89 gaan we helemaal volgen tot aan Grand Teton National Park en Yellowstone National Park. Maar zover zijn we vandaag nog niet gekomen. Deze dag zijn we gestopt in Thayne, een klein dorpje halverwege tussen Montpellier en Jackson. We zitten nu op een RV Park (Recreation Vehicle Park) lekker kneuterig de voorbereidingen van het avondmaal te doen.
Onderweg zijn we in een supermarkt in Logan boodschappen gaan doen, want we hadden natuurlijk nog niets in de camper liggen van al dit mooie wat het leven te bieden heeft: eten en drinken. Wel, daar hebben ze genoeg van in de supermarkt die wij bezocht hebben. We gingen boodschappen doen terwijl we honger hadden: FOUT! We waren net 2 kleine kinderen die niet wisten wat we wilden. Als kippen zonder koppen liepen we rond en zagen alleen maar lekkere dingen. Uiteindelijk toch de deur uit gegaan met een volledig uitgebalanceerd voedselpakket…..
We genieten echt van elkaar en de omgeving waarin we zijn. De landschappen verschillen echt om de paar bochten van elkaar. Soms hele groene bossen met robuuste rotsformaties, dan weer redelijk kale bergen zonder enige vorm van vegetatie en boerderijen en zo.
Onderweg soms stoppen om te filmen en foto’s te maken. Zo sta je als klein figuurtje tussen allerlei bergen en dan sta je weer voor een prachtig, helder blauw meer: Bear Lake.
Na Bear Lake stopten we op een heel mooie plek om foto’s te maken, toen er 2 heel mooie Harley Davidson motoren aan kwamen rijden met 2 mannen erop. We kwamen aan de praat en ook vanuit de verhalen van deze 2 mannen kregen we de bevestiging dat we een mooie route hadden uitgestippeld.
De laatste paar uren van de rit van vandaag, waar we de staten Utah, Idaho en Wyoming hebben aangedaan, reden we door verschillende kleine dorpjes.
Deze dorpjes hadden allemaal een wat agrarische en armoedige uitstraling, waar we eigenlijk niets meer over kunnen zeggen dan dat.
Toch kunnen we stellen dat de route van vandaag, die eigenlijk niets meer was dan een aanlooproute voor al het moois wat nog komen gaat, de moeite waard.
Na het eten nog lekker even lezen en op de laptop nog even werken aan het reisverslag en dan lekker onder de wol in ons gezellige bedstee. Morgen vroeg weer op om verder richting Jackson en het Grand Teton National Park te rijden.
2 september 2006 (305 t/m 472 km = 167 km)
Om 6.30 uur waren we klaar wakker na een heerlijke nacht slapen. In de loop van de nacht wel nog de verwarming aangezet in verband met de nachtvorst. Het vroor ongeveer 3 graden de afgelopen nacht. Op de camping in alle vroegte heerlijk gedoucht en ontbeten.
Om 8 uur reden we weg richting Jackson om zodoende naar de ingang van het Grand Teton National Park te rijden. We waren het eerste stuk helemaal alleen op de weg en het zou weer een zonnige dag gaan worden met een temperatuur van ongeveer 24 graden.
Na een paar kilometers kwamen we in Grand Canyon Snake River, een woeste rivier waarin we mensen zagen raften, vliegvissen en kajakken. De canyon had een wijds uitzicht over de omringende bergen en was prachtig om naar de kijken. Via Hoback Junction volgden we de borden Jackson en na een uur rijden kwamen we in dit enorm toeristische plaatsje. Het was er verschrikkelijk druk, want de amerikanen hebben een lang weekend in verband met Labour Day. Vele gezinnen trekken er op uit in de natuur met caravans en boten; ze zijn echte buitenmensen!
In Jackson hebben we opnieuw even boodschappen gedaan en de camper gevuld met brandstof (kost hier 1/3 van de nederlandse brandstof). De boodschappen doen we “ altijd” bij Smith’s en daar hebben we inmiddels een discountkaart waarmee we enorm op ons voedselbudget besparen. Bij het Visitor Centre nog wat aanvullende informatie aangevraagd van Teton NP en de aanwezige campings daar. Ook nog een Nationale Parken Pas gekocht, hierdoor hoeven we geen entree te betalen in de parken die we bezoeken (was goedkoper voor ons). Vervolgens weer onze weg vervolgd richting Jenny Lake. Daar gestopt om prachtige foto’s te maken en een wandeling te maken naar de Hidden Falls. Deze wandeling voerde ons helemaal rondom het meer, maar na een tijdje wandelen bleken de Falls erg goed verborgen; we konden ze niet vinden. Martin wilde nog wel verder wandelen om verder te zoeken, maar Miriam wilde weer terug naar de camping……..
Dus weer terug naar de camper nadat we nog met een paar oudere echtparen uit Medemblik hadden gepraat en onze weg verder vervolgd naar onze volgende geplande stop: Mount Moran. Het uitzicht vanuit het dal naar deze berg is adembenemend en indrukwekkend. Met dat uitzicht op de achtergrond hebben we lekker naast de camper geluncht. Even later kwamen 2 Harley’s op de motor langs ons rijden en groetten ons allerhartelijkst; het bleken de mannen van gisteren weer te zijn. Ongelofelijk dat in zo’n groot gebied met zoveel verschillende stopplaatsen je elkaar 2x tegenkomt.
Na de lunch zijn we verder gereden naar onze eindbestemming van vandaag Colter Bay aan het Jackson Lake. Toen we de camping opreden en ons wilde inchecken bleken we de laatste beschikbare plek van de hele camping te hebben. We kregen een plek in het bos en werden gewaarschuwd dat er vorige week een beer is afgeschoten op de camping en dat er meerdere beren zijn gesignaleerd. Geen voedselresten of vuilniszakken buiten laten liggen dus.
Nadat we camper hadden aangesloten op het waternet, riool en elektra zagen we gewoon de eekhoorns en herten om ons heen lopen en ons brutaal aan te kijken of ze wilden zeggen: “krijgen we nog wat hiero?” Miriam loopt met een glunderend hoofd met haar camera constant achter de eekhoorns aan om ze te filmen; ik heb geen kind aan haar….!
Vanavond gaan we voor de eerste keer het verslag op het internet zetten, de was doen en lekker lang douchen. Daarna lekker een neut en een beetje vegeteren, vervolgens weer op tijd naar bed!
Morgen verwachten we het Yellowstone National Park te bezoeken en daar blijven we dan een paar dagen.
3 September 2006 (472 t/m 667 km = 195 km)
Vanochtend tot 7.00 uur wederom weer heerlijk geslapen. Na het ontbijtje en de koffie zijn we om 8.00 uur vertrokken om koers te zetten naar het Yellowstone National Park.
Al bij het wegrijden val je van de ene in de andere verbazing; het landschap is zo divers en om iedere hoek kun je wel stoppen om foto’s te maken.
We hebben tot nu toe ook erg mazzel met het weer, vanochtend begon het weer met een strak blauwe hemel.
De afstand die we moesten rijden om aan het begin van de zuid-entree van Yellowstone te komen was redelijk kort: zo’n 23 mijlen. Het rondje wat we vandaag zouden gaan rijden was ook redelijk; zo’n 78 mijlen. Tijd genoeg dus zou je denken om rustig alles te bekijken.
We hadden van tevoren al besloten dat onze overnachting bij Fishing Bridge zou zijn. Dit in verband met de full-hook up plaatsen (waar je op water, riool en elektriciteit aangesloten bent). Dat houdt dus in dat we bijna het hele rondje rijden (de “Lower Loop”) dus veel te zien.
Al bij de ingang van Yellowstone gaat Martin vol in de remmen, hij heeft een waterval gespot. Beneden aan gekomen zijn we de enigste, iedereen raast hier aan voorbij maar hij is zo mooi! Het blijkt Snake river te zijn waar we gisteren ook al zo van hebben genoten.
Rijden door Yellowstone is schitterend en er is hier een aantal jaar geleden een heftige brand geweest, dus je ziet allemaal verbrande bomen waar tussendoor allemaal weer nieuwe vegetatie groeit, heel vreemd maar wel prachtig.
Onze volgende stop is bij West Thumb Geyser Basin en dan gebeurt het!!
Het besef dat wij daar staan bij geisers die we tot nu toe alleen maar op TV hebben gezien en waarvan wij toen dachten dat de kleuren sowieso wat overdreven zijn. Nou, wij kunnen jullie vertellen dat het dus echt adembenemend is en je weet echt niet wat je ziet (en ruikt…). Met uitzicht over het Yellowstone Lake komen we op een plek waar dus de geisers zijn, de een nog mooier dan de andere met hele heldere kleuren van turkoois tot hel blauw en de grond eromheen varieert van zacht geel tot diep oranje. We hebben echt onze ogen uit staan kijken ongelooflijk dat dit zomaar bestaat! De geuren zullen we nooit meer vergeten (dacht iedere keer dat er iemand rotte eieren had gegeten en daarvan een scheet liet) en ook de klamme warmte die ervan af komt lijkt wel een sauna.
Op naar het volgende natuurwonder: Old Faithful.
Daar aangekomen rond een uur of 11.30 staat er een groot bord met de verwachte eruptie tijd: 12.05 uur, even wachten dus.
Om de geiser van Old Faithful zaten al behoorlijk veel mensen te wachten dus wij zijn er ook maar bij gaan staan en dan begint het wachten. Maar rond de klok van 12.00 uur is het dan zover: Old Faithful komt tot leven en wat wij in het begin niet zo leuk vonden dat al die mensen er stonden is op dat moment prachtig als je al die mensen in koor alleen maar OOOOOOOOOHHHHHH en AAAAAAAAAAAHHH hoort roepen. Het is dus ook echt prachtig als je die geiser waar net alleen nog maar stoom uit kwam ineens zo’n 12 meter de hoogte in ziet gaan.
Onze volgende stop was bij Midway Geyser Basin en na Thumb Geyser en Old Faithful dachten we zou dit nog wel wat toevoegen? Nou, dat deed het zeker! Je hebt daar een geiser die Grand Prismatic Spring heet en wat je dan ziet…….WAUW! Die kleuren daar, kun je dus echt geen genoeg van krijgen. Wat hebben we hier ook weer mooie foto’s en film geschoten. Een beetje vermoeid door alle indrukken en de zon (Miriam’s rug is verbrand en Martin heeft me toch een rooie kop!) besloten we dat het tijd werd om richting camping te gaan. Gelukkig was er naast het prachtige landschap langs de wegen toch niet echt meer iets bijzonders te zien. Behalve dan dat we Bizon’s in het wild hebben gezien (toch iets BIZONders dus).
Nog even gestopt bij Upper Fall Yellowstone River om daar een erg mooie waterval te bekijken, daarna zijn we echt moe maar voldaan naar de camping gegaan. Daar zitten we nu dus heerlijk na te genieten met een biertje en een wijntje en plannen we hoe morgen eruit zal zien. Wat we in ieder geval weten is dat we het morgen wat rustiger aan doen en weer terug gaan komen op deze camping, die Fishing Bridge RV Park heet. Dit houdt dus in dat we de weg die we heen rijden ook weer teug gaan rijden. We pakken morgen het ene deel van de Upper Loop en doen dus overmorgen het ander deel van de Upper Loop om daarna Yellowstone achter ons te laten.
4 September 2006 (667 km t/m 800 km = 133 km)
Na een wisselende nacht, Miriam heeft namelijk heerlijk geslapen, Martin daarentegen minder, zijn we wel weer vroeg wakker. We beginnen de dag met en splash and dash in de douche van onze eigen camper, heerlijk hoor en lekker warm. Na het ontbijtje en de koffie vertrekken we eerst richting het Lake Hotel. Vanuit daar zouden we namelijk eindelijk ons reisverslag op de mail kunnen zetten. Maar helaas, ook daar lukt het dus niet, we hebben geen inbel account in Amerika en intercontinentaal bellen is niet mogelijk.We balen hier vreselijk van maar ja, dan maar even wachten tot we buiten het park zijn. Nog even wachten voor jullie dus.
Na dit bezoek gaan we richting Tower-Roosevelt, hier is de Tower Fall die we willen bekijken. Eerst moeten we weer via dezelfde richting als dat we gisteren gekomen zijn, maar da’s niet erg want gisteren hebben we de Mud Volcano overgeslagen, die gaan we dus eerst doen. Als we net weg rijden bij het Lake hotel zien we weer een aantal bizons bij de weg en wat zijn ze imponerend. Als we weer willen weg rijden ruiken we een vreselijke stank, Martin vraagt nog of de eieren die in de koelkast liggen zijn gevallen en rot zijn maar we kunnen niets vinden.
Bij Mud Vulcano aangekomen zijn we erachter wat het is…………..Ongelooflijk dat de aarde deze lucht kan produceren, de lucht van vreselijk veel rotte eieren. Mud Vulcano, Mud Volcano……… Mud vol eieren zal je bedoelen…..!! Mud Vulcano viel een klein beetje tegen na al het moois en alle kleuren die we gisteren hebben gezien. Buiten veel rook uit een modderpoel was er qua geisers weinig moois te zien. De wandeling en het uitzicht waren wel zeker de moeite waard!
Hierna zijn we doorgereden naar onze volgende stop: de Tower Falls. Prachtig om de kracht van water te zien en te horen, ook de omgeving was weer adembenemend. We hebben een lekker stil plekje langs de kant van de weg gezocht en hebben daar ons campertje geparkeerd en heerlijk een eigen lunch klaar gemaakt. Genietend van het uitzicht en de tonijnsalade hebben we daar een uurtje gestaan, saampjes met z’n tweeën in de middle of nowhere!! Genieten op en top!!!
De weg naar Tower-Roosevelt is niet een van de prettigste; erg smal, er steil, hoog en met veel bochten. Dus na onze lunch weer omgekeerd om weer richting Fishing Bridge te gaan. Martin besloot om toch nog een extra stop te maken vlak voor Tower Falls, waar een uitkijkpost was die er veelbelovend uitzag. En inderdaad was het uitzicht waanzinnig mooi. Het bleek te gaan om de Grand Canyon from Yellowstone river. Ook hier hebben we weer heel mooie foto’s en film gemaakt. Na ook nog een tijdje naar de omgeving te hebben gekeken, zijn we weer verder gegaan. Onderweg terug spotten we ook nog een coyote op zoek naar een lekker hapje.
Genietend van al het uitzicht om ons heen tuffen we rustig terug richting camping, op een uitkijk plek genietend van de omgeving word er ons gemeld dat er zo’n 2 mijlen verderop 3 zwarte beren zijn gezien. Wij dus “hup” in de camper en gaan met die banaan! Nou begrijpen we ook waar de uitdrukking “de beer is los” vandaan komt.
Je kunt er niet omheen, de helft van de bezoekers van Yellowstone staat te kijken, alle auto’s staan midden op de weg stil en binnen enkele minuten is het een zooitje van jewelste. Maar…….. wij hebben er ook een paar gezien. Wel van een grote afstand maar zo voor de eerste keer is dit wel goed, kunnen we vast aan ze wennen!!
Na deze ervaring zijn we voldaan weer terug op de camping aangekomen waar we nog even een telefoontje plegen om voor morgen onze camping te reserveren. Een stukje buiten Yellowstone Park maar niet voordat we morgen eerst Mammoth Hot Springs bezocht hebben.We kunnen bijna niet wachten want ook dit blijkt iets prachtigs te zijn.
We zullen het jullie melden!!!
5 September 2006 (800 km t/m 1000 km = 200 km)
Vanochtend weer op de gebruikelijke tijd wakker geworden; 7 uur. We beginnen beiden met de dag door even lekker te douchen in onze camper en vervolgens een ontbijtje en een vloeistof wat door moet gaan als koffie, maar daar lopen de meningen nogal over uiteen.
Het is onvoorstelbaar hoe we beiden onze ritme en automatismen hebben gevonden in en om de camper. De rollen zijn heel simpel: Miriam doet alles in de binnenkant van de camper, Martin doet alles aan de buitenkant (Miriam zegt: Martin, nu thuis nog dezelfde rolverdeling….) en rijdt de hele dag.
Na het ontbijtje om 8.15 uur weer onderweg naar de volgende indrukken en ervaringen. Vandaag hebben we een relatief rustige dag. We gaan alleen nog naar Mamoth Hot Springs en vandaar uit gaan we naar de noordelijke uitgang van het Yellowstone Park. De rit naar Mammoth Hot Springs is eigenlijk zoals alle andere wegen in het park. Veel variatie in natuurlijke omgevingen. Bosrijk, bergen en rots formaties. Als we aankomen in Mammoth Hot Springs is het nog lekker rustig. We besluiten om de hele ronde te doen langs de hot springs. Als we vooraf hadden geweten hoe steil en lang de wandeling zou worden, hadden we denk ik de ansichtkaarten gekocht van deze attractie….
Maar toch maar begonnen met de wandeling en zoals zo vaak is het zo dat je achteraf wel blij bent dat je het gedaan hebt. De Mammoth Hot Springs zijn geiserbronnen waaruit travertin is ontstaan. Deze travertin is uitgelopen tot enorme terrassen in allerlei kleuren, maar ook sommigen zijn de kleuren inmiddels kwijt en zijn wit gekleurd. Maar we moeten zeggen dat het wel weer een mooie ervaring was. In het dorpje hebben we eindelijk even kunnen bellen met Nederland. Tja, met bezorgde ouders moet je rekening houden en het was ook gewoon leuk om even te laten weten hoe we het hadden in dit prachtige land. Na een lekkere cappucino buiten te hebben gedronken kwam het onvermijdelijke afscheid van dit o zo mooie park. Op naar Pine Creek, vlak bij Livington (Montana), cowboy territorium en zo ziet het er ook uit. Ranches met paarden in de weilanden met op de achtergrond grote bergen. We hebben daar onze volgende KOA camping geboekt en zullen daar zo halverwege de middag aankomen. Eerst onderweg nog even boodschappen doen, want de komende 3 dagen zitten we weer in het Glacier National Park en ook daar is op geen enkele wijze connectie met de buitenwereld. We moeten dus een goed, uitgebalanceerd voedselpakket kopen. Het is niet raar dat er zo veel dikke amerikanen zijn; als Martin hier zou wonen zou hij binnen 5 maanden een maagexplosie krijgen. Er zijn zoveel lekkere dingen te koop, dat je elke dag bijna ruzie krijgt wat je wilt gaan eten.
We gingen weer met heel mooi weer uit het Yellowstone Park, maar nu is het hier in Pine Creek helemaal heiig en mistig. Nu blijken er een aantal bosbranden uitgebroken te zijn, op veilige afstand weliswaar, maar het gebied heeft er wel last van. We zitten nu lekker buiten om de maaltijd voor te bereiden en hebben net kennis gemaakt met een erg leuke gepensioneerde amerikaan……… kan laat worden vanavond!
6 September 2006 (1000 km t/m 1552 km = 552 km) (VANDAAG 15 JAAR GETROUWD!)
Het wordt bijna eentonig maar weer op tijd wakker. Na het uitrekken even naar buiten maar dat was niet zo’n goed idee.
In verband met de branden die er zijn aan de andere kant van de bergen stond het helemaal blauw en stinken joh, we hebben er tot Helena last van gehad.
Maar goed: op naar het volgende natuurwonder:Glacier National Park. Het is een lange rit van ongeveer 500 kilometer dus we zouden wel zien hoever we vandaag zouden komen. We hadden namelijk besloten om niet via de snelweg maar bijna alleen maar binnendoor wegen te nemen (overigens goede wegen hoor). Via Livingston, waar we dus vannacht geslapen hebben zijn we vertrokken richting Helena. Het eerste deel van de route was weinig spraakmakend mede door de rook maar ja, je kunt ook niet altijd mazzel hebben.Daarna trok de rook weg en ging de zon weer schijnen en werden ook de uitzichten mooier.
Martin had weer aardig de vaart erin en hij voelde zich prima, dus is hij gewoon doorgereden tot 2 mijl voor de ingang van het Glacier Park.
Onderweg door de binnenlanden valt wel op dat er in dit gedeelte van Montana veel arme gebieden zijn. De mooie paardenranches en statige boerderijen, zoals deze veel in films voorbij komen, zien we niet. Langs de weg vindt je veel trailers, waarin mensen of families wonen. Ook rondom de huizen is er erg veel troep en lijken tuinen niet te bestaan. Ook zijn er huizen waarnaast een vijftal oude autowrakken staan opgesteld; ziet er allemaal niet echt opperbest uit. Het eerste stuk wat we vandaag hebben gereden was gewoonweg saai. Het landschap leek een beetje op Sauerland in Duitsland. Maar wat nog veel saaier was waren de wegen in dit stuk; heeeeel lang en heeeeeeel recht! Het laatste gedeelte van de route van vandaag werd weer veel leuker; meer bossen en ruige bergkammen, veel bochtenwerk (lekker voor op de motor!) en meer zon.
We konden merken dat we steeds dichter bij weer een nieuw natuurpark kwamen.
Wat wel leuk is, is dat hier vlakbij twee plaatsen op een rij liggen, de eerste heet Hungry Horse de tweede Martin City (toevallig 2 namen die bij Martin passen???). Op de camping aangekomen boekten we voor een nacht, want morgen willen we door het Glacier Park rijden en er aan de andere kant weer uitkomen om verder te gaan. Nee dus……de weg die door Glacier National Park gaat heet “the going to the sun road”. Deze schijnt adembenemend mooi te zijn maar……..niet met een 24 ft. camper te rijden. Helaas dus, de enige optie voor ons is twee nachten hier te blijven en een auto te huren voor een dag. Dat is ook geen ramp, dus dat gaan we morgen doen. We zijn benieuwd!!!
Wat wel tekenend voor de dag van vandaag is dat we geen foto’s hebben gemaakt en maar een klein stukje film; geeft wel aan dat het niet echt spannend was vandaag!
We verwachten morgen weer lekker als een stel “japannertjes op vakantie” om ons heen te gaan schieten. We houden jullie op de hoogte!
7 September 2006(190 km = huurauto)
Vandaag de “going to the sun road” op het programma!!
Na een heerlijke en vrij warme nacht ons ontbijtje, de koffie en de douche gaan we richting de receptie van de camping.
Om half negen worden we opgehaald door iemand van de autoverhuur om naar onze huurauto te gaan.
Keurig op tijd komt Mary aangereden en na 3 minuten zijn we bij het verhuurbedrijf, even de creditcard door de sleuf, een formulier invullen en we nemen onze Buick Century in ontvangst (kost hier echt niet veel een auto huren).
Wij zijn klaar voor de “going to the sun road”!!!
Via West Glacier komen wij het park binnen rijden om meteen te stoppen bij Fish Creek, een prachtige kreek met helder water en waar de stenen aan de zijkant zo mooi zijn uitgeslepen dat als je het zo zou willen, je het niet zou lukken. Even later zien we de zon door de bomen schijnen en omdat dat zo’n mooi plaatje is, stoppen we even, een hertje kijkt ons recht met zijn reebruine ogen aan en dartelt weer weg. Zijn dit de kleine dingen die je gelukkig maken??? Ons geluk kan niet op!!!
We rijden verder richting Lake Mc Donald en ook daar weer prachtige uitzichten, dit gaat niet vervelen. Via Lake Mc Donald gaan we naar de Logan Pass het hoogste punt van de “going to the sun” route, maar voor we daar zijn stoppen we bijna bij iedere bocht die we nemen. Het ene uitzicht is nog mooier dan de andere en door de verschillende hoogtes veranderd het iedere keer weer. Bij het hoogste punt zien we een Big Horn Sheep (nee, Venverloo!! niet hornie!!)
De Logan Pass is een weg van ongeveer 48 mijlen waar je halverwege de pass het hoogste punt bereikt (de berg die de zon tegen houdt) na het hoogste punt heb je mits dat de zon schijnt (en dat deed ie weer) alleen nog maar zon:vandaar waarschijnlijk “going to the sun road”. Aan het einde van de route ligt het plaatsje St Mary net buiten het park.
Daar hebben we even lekker geluncht in Snowgoose Restaurant; Martin had Fish and Chips en Miriam een broodje Buffalo. Als voorafje een lekkere Ceasar Salad……Heerlijk hoor)Wat zo leuk is in Amerika is dat als je gaat zitten je meteen een emmer water krijgt (erg groot glas) zonder het te bestellen en wat steeds wordt nagevuld. Ook de drankjes zoals Cola bestel je een keer en daarna blijven ze maar navullen (GRATIS!!)
Vanuit St Mary gaan we via Babb weer opnieuw het park in nu naar Many Glacier. Deze weg moet je heen en terug rijden maar da’s niet erg, want ook deze weg is adembenemend.Meteen bij het binnenkomen van deze weg zien we allemaal auto’s staan, hier is vast iets te zien! En ja hoor 3 zwarte beren en moeder met 2 jongen hoog tegen een berg op lekker aan het eten. Prachtig en op veilige afstand dus de auto uit en maar filmen, fotograferen en kijken. Je kan hier echt geen genoeg van krijgen. Op de weg terug nog even kijken of ze er zijn, ja dus. En……maar weer de auto uit.
Omdat we morgen hier weer weg gaan en dan om het park heen rijden besluiten we om de “going to the sun” route terug te rijden. Goed plan want net als die begint zien we langs St.Mary Lake weer een zwarte beer lopen, ik hoef denk ik niet te vertellen wat we toen gedaan hebben!! De route is echt prachtig en hadden we voor geen goud willen missen! Moe maar voldaan komen we na het afleveren van de auto weer bij de camping. Het is zo rond een uur of half vier als we lekker buiten een biertje drinken en er een invasie van Hollanders aan komt. 25 campers van een ANWB reis vol met grijze dotten. We hebben wel gevraagd of dat het een beetje rustig kan vanavond.
Op het moment dat ik het reisverslag zit te maken begint het erg te onweren en te regenen. Onze eerste regen na al die prachtige dagen, op zich niet erg, erg nodig hier maar laten we hopen eenmalig.
8 September 2006 (1552 km t/m 1788 km = 236 km)
Vanochtend uitgeslapen, we werden om kwart voor acht pas wakker! Om kwart voor negen verlaten we de camping om onze rondreis voort te zetten. Vandaag rijden we om het Glacier National Park heen omdat we er dus met de camper niet doorheen kunnen. Helemaal niet erg want ook deze rit bevalt weer prima, zeker het gedeelte tot en met de entree van East Glacier. Wat we gezien hebben onderweg was weer te mooi voor woorden, bergen, mooie groene heuvels maar ook afgebrande gedeelte’s. Drie en een halve week is er 50 acers (weet begod niet hoeveel dat in nederlandse are is)afgebrand, dit alles veroorzaakt door een kampvuur van de padvinderij.
Na East Glacier kom je in Blackfeet Indian Reservaat terecht en daar is het ineens veel vlakker, droger en minder opgeruimd. Zeg eigenlijk maar rustig een zooitje, ze hebben 20 autowrakken om hun huisjes staan (wij zouden het nog niet gebruiken als schuurtje voor de beesten) en laten al het afval zo uit hun handen vallen. Na dit lelijke stukje rijden we via St.Mary naar Babb (inderdaad het zelfde stukje als gisteren). Vanuit Babb gaan we de Chief Mountain road op, deze weg is de enige in de buurt die ons naar de grens van Canada brengt. Na 22 kilometer bereiken we de grenspost en een alleraardigste vrouw zet de stempels in ons paspoort na eerst gevraagd te hebben hoelang we blijven, waar we naartoe gaan en wanneer we weer weggaan.
Daar zijn we dan in Waterton Lake Park Alberta Canada! Doordat Waterton een mengeling is van bergen en laagland, bezit het de rijkste fauna van alle Canadese parken. Al bij de eerste bocht weer even stoppen want het blijft prachtig al die bergen, we gaan even op een bankje zitten genieten. Na een peukje zijn we er weer klaar voor, op naar Waterton Town City.
Na de eerste bocht krijgen we de schrik van ons leven…….er steekt een zwarte beer vlak voor de camper de weg over, Martin moest er voor in de remmen!! Geweldig zo dichtbij, dan zie je eigenlijk pas goed hoe groot ze zijn. Helaas dook hij meteen aan de andere kant weer de bossen in en van de schrik konden wij toch niet meer fotograferen of filmen, jullie moeten ons dus op ons woord geloven. We rijden verder om na een minuut of 20 aan te komen in Waterton Town. Town is een groot woord maar een gezellig dorpje is het wel.
We besluiten om de nacht hier door te brengen en vinden een plekje op de camping. Na het neerzetten van de camper en aansluiten van alle dingetjes gaan we te voet naar het dorpje, daar vinden we al snel een restaurantje waar we even wat lekkers eten en drinken. Ook maar even proberen om ons reisverslag weer op internet te zetten, maar helaas we kunnen alleen onze mail lezen (iedereen die een reactie heeft gestuurd op ons reisverslag…Bedankt!). Ook zien we dat het in Nederland een prachtige nazomer is, heerlijk hoor!
Na wat rond gewandeld te hebben (ja…..we lopen echt wat af hier hoor) gaan we weer terug naar ons campertje, Martin heeft namelijk verschrikkelijke hoofdpijn (en Miriam zeurt toch echt niet, hoor!). Als we terug lopen zien we ineens twee big horn sheeps staan, snel de camera erbij maar dat rotding doet erg raar de laatste tijd, hij stoort af en toe heel erg en ik hoop dat ie het redt deze vakantie. Bij de camping aangekomen besluiten we nog even met een boek bij het Waterton Lake te gaan zitten, dit meer ligt aan de camping. Van lezen komt weinig wat het uitzicht is als vanouds…..adembenemend!!
Het wordt tijd voor een biertje dus terug naar de camper waar alweer het volgende wild life op ons wacht. Twee herten lopen om de camper lekker gras te eten tja en dan ga je zitten kijken tot dat het donker wordt. Nog even wat gegeten en nu lekker te bedde.
9 September 2006 (1788 km t/m 2076 km = 288 km)
Vanmorgen iets rustiger aan gedaan dan normaal. We zijn om 8.45 uur vertrokken vanuit Waterton Lake Village City en hadden wederom mooi weer tot onze beschikking. Het is echt ongelofelijk hoeveel mazzel we hebben met dit weer. Het is een beetje bewolkt, maar wel een aangename temperatuur van ongeveer 22 graden. Vandaag wordt het een echte reisdag, want de route van vandaag is echt om van het ene nationale park (Waterton Lake) naar het volgende nationale park te rijden (Kootenay NP en Banff NP). We verwachten daarom niet echt spannende dingen mee te maken vandaag. We rijden het nationale park uit en gaan richting Pincher Creek om vandaar uit door te rijden naar Cranbrook.
Onderweg komen we nog allerlei kleine dorpjes tegen zoals: Twin Butte, Cowley en Sparwood. Ook rijden we nog de Crownest Pass, deze pass is zo’n 1500 meter hoog en beslist niet spannender dan de andere passen die we gereden hebben. Het eerste gedeelte van de dag rijden we door Alberta. Het verschil in omgeving is enorm. Vanuit de bergen rijden we eigenlijk zo het vlakke land van Alberta door. Uitsluitend graanvelden en veeland komen we tegen. Het valt ons direct op dat de Canadezen een veel opgeruimder volk zijn dan de amerikanen. De boerderijen zien er netjes uit en ook de dorpjes die we passeren zijn veelal netjes. Als we dan wel wat armere gedeelten tegen komen, zien ze er toch nog wel redelijk netjes uit.
Als we dan na een paar uur toeren Alberta uitrijden en de provincie British Columbia inrijden valt ons direct op dat we weer in een wat woestere natuuromgeving zitten. Meer bergen en groene bossen spreekt ons toch meer aan. De eindbestemming van vandaag zou in eerste instantie Cranbrook zijn; een stadje tussen twee bergen in, te weten: de Purcell en de Rocky Mountains. Cranbrook is een belangrijk vervoersknooppunt voor de omliggende omgeving. In dit gedeelte leven meer Grizzly beren dan waar ook in Canada.
We zijn benieuwd. We wilden graag een camping in Cranbrook betrekken in het centrum, zodat we wandelend wat zouden kunnen zien van de stad. Echter, toen we bij de camping aankwamen sprak dit ons in zijn geheel niet aan. Buiten voor het kantoor zat voor ongeveer 75 jaar aan gevangenisstraf voor de deur (2 personen..) en ook de camping maakte op ons een niet warme indruk. Wegwezen dus! We zijn de stad uitgereden en toen maar richting Fort Steele gereden, waar we morgen even heen willen gaan (vertel ik jullie morgen wel!). Net voor Fort Steele hebben we een kleine, maar gemoedelijk uitziende camping geboekt en ons kamp opgeslagen. De camping was bijna verlaten, maar er stonden nog een paar campers.
Toen we net gesetteld waren kwam er een oudere man naar ons toe lopen met de vraag of wij uit Holland kwamen, want dat had hij gehoord van de campingeigenaar. Vanaf dat moment werd het beregezellig en begon de beste man te vertellen. Hij was al 76 jaar oud en kwam uit Holland, Ossendrecht bij Bergen op Zoom. Hij was in 1960 vertrokken naar Canada om daar een boerderij met veehandel op te starten. Dat is hem uiteindelijk goed gelukt en is redelijk gevuld met centen.
De beste man doet ons beiden denken aan Martin zijn vader, Joop; erg direct en helder, soms ook lomp, maar met een heel klein hartje. Ook de manier waarop ze de verhalen van vroeger uit de oorlog en de werkperiode vertellen kwamen erg met elkaar overeen. Later nog zijn vrouw erbij gehaald en gezamenlijk lekker geborreld en oude koeien uit de sloot gehaald (om maar in de boeren vaktaal te blijven….) We hebben het echt bere-gezellig gehad met elkaar en vlak voor het avondeten gingen ze weg.
Morgen nog wel even afscheid nemen van ze. Na het eten lekker nog even nagezeten met zijn tweeën en gewoon weer op tijd naar bed.
10 September 2006 (2076 km t/m 2368 km = 292 km)
Na ons vaste ochtendritueel hebben we nog even de vuilwatertank en toiletwater-tank geleegd en de schoonwater-tank weer gevuld om zodoende in het ergste geval zelf de volgende nacht te kunnen overbruggen. Dit, indien we geen hook up camping zouden kunnen vinden. We gaan namelijk richting het Kootenay en Banff National Park en daar schijnt het nu nog ontzettend druk te zijn.
Voor dat we de camping in Fort Steele verlaten, nemen we nog even afscheid van Andre en Christiane Jansen (het echtpaar van gisteren). Zowel wij als zij gaven aan gisteren een erg prettige en gezellige herinnering te vinden en hopen ons nog een keer te zien. Ze nodigden ons uit voor een kop koffie of een borrel als we langs hun huis rijden; ze wonen namelijk in een vallei, vlak bij Vancouver. Ook hebben wij ons adres afgegeven, want in mei volgend jaar komen ze 2 maanden naar Nederland. Het lijkt ons echt leuk als ze langs komen en misschien doen wij dat ook nog wel over een paar weken. We rijden vanaf de camping direct door naar Fort Steele en lopen daar een uurtje door de straten. Het dorpje is helemaal authentiek gebleven ten opzichte van het jaar 1896 en hoe het leven er toen uitzag in die regio. Alle mensen die we daar zagen liepen allemaal in de klederdracht van toen. Oude gebouwen, volledig gemeubileerd uit die tijd, waren opengesteld voor het publiek en men deed ook hun best om het allemaal zo natuurlijk mogelijk te laten lijken.
De oude bakker was open, het hotel deed dienst en daar kon je in oude stijl een ontbijtje eten (de broodjes waren niet uit die tijd hoor…), de hoefsmid was bezig, de drogist was open, er liepen paarden door de onverharde straten. Was toch wel heel leuk om even te zien. En als je dan ook nog de natuurlijke omgeving van de enorme bergen en het mooie weer ziet, dan is het pittoreske plaatje compleet. Na vertrek uit het wilde westen, reden we richting Radium Hot Springs om daar in de loop van de middag ons kamp op te slaan.
Dit stadje is beroemd om zijn heilzame bronnen waarin je kunt baden en zwemmen. Het ligt iets voor het begin van het Kootenay NP en ligt dus perfect op onze weg. Ook loopt hier de Colombia River, die wordt gevoed door het smeltwater van de Purcell- en Rocky Mountains.
Jaarlijks komen zo’n 1,2 miljoen bezoekers naar Radium Hot Springs en volgens ons waren ze er allemaal vandaag!! Veel te druk dus en doorkarren dan maar!
Vroeger dan verwacht reden we dus tegen de middag het Kootenay National Park binnen. Vanaf de eerste bocht werden we weer aangenaam verrast door het landschap. Eerst reden we over een weg waar evenredig naast ons de Rocky Mountains liggen. Het lijkt net een polonaise van bergen achter elkaar en precies evenredig langs de weg. Prachtig, je kunt wel blijven fotograferen de hele tijd!
Vervolgens rijden we een bocht om en moeten dan door een soort spelonk van rotsen rijden met achter die spelonk de contouren van heel mooie bergen. Het gaat maar door al die indrukken.
We zijn echt soms een uur stil tegen elkaar, zo onder de indruk zijn we van al dit natuurschoon. We hebben dit dan ook nog nooit zo mooi meegemaakt. Zuid Afrika was werkelijk prachtig, maar zelfs Martin zegt nu dat dit toch een mooier natuurbeeld geeft dan in Zuid Afrika. Anders….. maar toch mooier.
We passeren de Sinclair pass, de diepe rode kliffen van Redwall Fault, de Kootenay River Valley, langs Hector Gorge in de Vermillion Valley en het gaat maar door. Het “enige” wat we nog niet gezien hebben zijn de Paint Pots; dit zijn ijzerhoudende bronnen met roestkleurige oevers.
Dit doen we morgen. En ook wilden we graag naar de Marble Canyon, maar deze was nog steeds gesloten in verband met de branden van 2003.
We hebben ook hier weer prachtige foto’s en film geschoten en kunnen niet wachten om ze jullie te laten zien.
Na een paar uur te hebben vertoefd in dit mooie park moesten we de keuze maken om hier een camping te zoeken of nog door te rijden naar Banff. Maar eerst had Martin een lumineus idee; hij wilde met de camper een onverharde zijweg inslaan om zodoende aan de oever te komen van een turkoois blauwe rivier die uitkijkt op een heel mooie bergkam. Miriam zei nog: doe het nou niet…. Maar eigenwijs zoals Martin is: toch doen!!
Het weggetje was te krap om makkelijk te keren dus als je naar binnen rijdt is er geen weg meer terug. Voor Martin’s gevoel was dit weggetje niet lang en kwam je binnen een paar bochten aan de oevers van dit hemels paradijs. Een paar bochten werden heel veel bochten, maar naar elke bocht had Martin nog iets van: nu komt et! (Miriam al lang niet meer…..)
Na 6 kilometer gaf ook Martin het maar op. Het weggetje liep steeds verder het bos in en de weg was ook zo slecht dat de kopjes en borden de kastjes uit klapperden. De trilplaat van Connie van Breukhoven was er niets bij (maar wel beiden een afgetraind lichaam hierdoor….).
Na het keren, wat door het vakkundige stuurmansschap van Martin toch lukte, moesten we weer helemaal terug naar de hoofdweg. Dit heldere moment van Martin heeft ons zo’n 45 minuten gekost en alleen de ontmoeting met 2 hertjes opgeleverd.
Doorrijden naar Banff was nu de missie! Nadat we onderweg nog enorm hadden genoten van de weg naar Banff, kwamen we daar omstreeks 3 uur ’s middags aan. We hebben voor de komende 2 nachten geboekt, zodat we rustig het Banff National Park kunnen bekijken. We weten dat het veel tekort is, maar we proberen maar zoveel mogelijk te doen. Na het installeren van de camper lekker een biertje samen gedronken aan onze picknicktafel en lekker zitten lezen. Fantastisch is ons uitzicht vanuit de camper: een mooie bergpartij op de achtergrond en uitzicht over Banff. De camping ligt ook op een helling van een berg. Genieten dus!
En Miriam is werkelijk helemaal in haar nopjes in de camper. Het koken gaat hartstikke goed en ze straalt de godganse dag van oor tot oor. Vanavond heeft ze lekker japanse zalmfilet voor ons gemaakt en het smaakte weer heerlijk. Jullie raden het al: lekker biertje erbij en onze avond kan niet meer stuk! Tot morgen maar weer, za’k maar zeggen, he?!
11 September 2006 (2368 km t/m 2504 km = 136 km)
Vandaag hebben we een makkie! We maken vandaag een korte route nog naar het zuiden van het Kootenay NP om daar nog de Paint Pots te kijken en vervolgens willen we een middagje lekker in het stadje Banff bivakkeren om een aantal zaken te regelen. Maar voordat ik dat uit de doeken doe zal ik jullie eerst het verslag doen van de ochtend. Na ons inmiddels bekende ritueel van het eerste uurtje na het wakker worden verlaten we voor vandaag de camping, waar we vanavond ook weer slapen. We rijden Banff uit en gaan weer richting het Kootenay NP om daar dus de Paint Pots te bekijken. Daar waren we gisteren niet meer aan toegekomen en Miriam wilde met name het toch nog graag zien. Dat doen we dus dan ook maar. Onderweg bleek dat we erg weinig benzine bij ons hadden en dat ik dus redelijk snel moest tanken. Miriam had op de snelweg gezien dat er bij de volgende afslag een tankstation moest zijn. Geen paniek dus! Wij die snelweg af en de weg volgen, maar alles wat kwam; geen tankstation te bekennen. Wij na een paar kilometer maar weer terug naar de snelweg en maar verder rijden. We wisten namelijk dat in de Parken geen benzine wordt verkocht. Het naaldje van de benzinemeter ging steeds meer naar het 0-punt en echt ontspannen was er niet meer bij. Vervolgens maar een stukje op de snelweg doorgereden tot de volgende afslag; daar stond weer een tankstation aangeven en wij dus maar weer de borden volgen. Bleek dat we uiteindelijk bij hetzelfde tankstation uitkwamen die eerder stond aangegeven. We hadden alleen nog maar 2 kilometer verder moeten rijden; je moet het maar weten allemaal…
Maar dan…..bij het tankstation……. Net voor ons komt er een touringcar aanrijden bij het kleine tankstationnetje met wel 1 benzinepompen…en stopt voor de benzinepomp waar wij graag willen tanken. Op dat moment komen er zo’n 55 japanners of koreanen er uit stieren en beginnen als wilden om hun heen te schieten, met camera’s weliswaar, maar je weet niet wat je meemaakt. Ze fotograferen alles wat beweegt. Er was zelf een wachtrij om op de foto te gaan met…….de benzinepomp!!
Ook in het winkeltje waren het net mieren die overal en alles wilden aanraken. En toen ze na 10 minuten weer in de bus moesten, daalde langzaam de stofwolk weer neder en konden we de schade opmaken (het leek de reclame van de hamsterweken van Albert Heijn wel!)
De dame achter de kassa moest om ons lachen en we maakten even een praatje. De tank weer vol en nog een mooi boek gekocht van de Canadian Rockies, wij weer op pad naar de Paint Pots. Na een half uurtje toeren kwamen we daar aan en bereiden we ons voor op de hiking-trail die we moesten doen voordat we bij de Paint Pots kwamen. Jaaa, we hebben echt gewandeld deze vakantie hoor!!
Allereerst moesten we een stukje lopen en kwamen we uit op een rivier met een hangbrug er over heen. Lichtgrijze keien op de kanten van de rivier en werkelijk het blauwste water wat je je maar kunt voorstellen. En op de achtergrond altijd maar weer die indrukwekkende bergen, die ook nooit vervelen. Ook hier maar weer een paar foto’s en shots genomen. We zijn ook zo blij met digitale fotografie; je maakt een hoop foto’s en ’s avonds gooi je de lelijkste weer weg. Maar desondanks hebben we nu al zo’n 500 mooie foto’s geschoten, die we overigens thuis nog een keer kritisch onder de loep nemen voordat we jullie ermee belasten.
Na nog een stukje te hebben gelopen kwamen we op “Red Earth”; een vlakte waar de grondbestanddelen in de indianentijd werden gebruikt om hun oorlogskleuren aan te brengen, hun tipi’s en kleren te kleuren. Ze hebben deze grondvlakte intact gehouden vanuit historisch oogpunt. Het soort bestanddeel wordt nog steeds gebruikt in sommige textielverven. Na een 10 minuten verder lopen komen we dan bij de Paint Pots; 3 stuks in de grond gesitueerde grondketels waarin een vloeistof zit die bij regen overloopt en de hele grond eromheen een kleur geeft. Vandaag waren het donkergeel en bruintinten. Deze kleuren kunnen veranderen als de samenstelling van het grond en grondwater veranderd. Eerlijk gezegd viel het ons een beetje tegen. We hadden een kleurenpalet verwacht zoals we dat ook bij de geisers in Yellowstone hadden gezien, maar dan vanuit een andere bron. Niet dus. Het was in ieder geval een leuke wandeling waarin Miriam en Martin dezelfde tactieken gebruikten om even op adem te komen na een fikse inspanning; even fotograferen en filmen. Inmiddels zijn we er van elkaar achter dat dit onze tactiek is en dus hebben we maar afgesproken om de volgende keer gewoon te zeggen:
“zullen we effe stoppen, ik ben een beetje moe”, scheelt weer een hoop onnodige foto’s.
Nadat we dus de Paint Pots hadden mogen aanschouwen, hadden we besloten om de middag in het beroemde stadje Banff door te brengen. Het stadje werd in 1883 ontdekt door 3 arbeiders van de Canadian Pacific Railroad maatschappij en sinds 1885 is het al tot het eerste natuurreservaat van Canada uitgeroepen. Nog voor deze periode leefden er Blackfoot-, Kootenay- en Stoney indianen. Deze invloeden zie je nog veel in de winkels van Banff terugkomen. In de omgeving begeven zich de mooiste gebieden, bergen en gletsjermeren van Canada.
Het klinkt allemaal heel sprookjesachtig, maar uiteindelijk is het gewoon een heel toeristisch, commercieel uitgemolken en massaal plaatsje, zoals je deze ook in ons eigen landje hebt tijdens het zomerseizoen. Maar goed; wij dus naar Banff om daar de boel te bekijken en even een paar zaken te regelen die in onze ogen niet kon wachten. We wilden zo graag het vervolg van ons reisverslag op het internet zetten omdat het al weer een aantal dagen geleden was dat we het eerste gedeelte hadden geplaatst. Het valt dan ook niet mee om in de natuurparken internetverbinding te vinden. En als je het vindt, konden we het niet gebruiken omdat we geen inbelnummer of account in Amerika / Canada hadden of ze niet intercontinentaal konden bellen vanuit de parken. En vonden we een internetaansluiting op een camping of hotel, mochten we niet onze externe geheugenkaart in de computer stoppen in verband met het risico op virussen of bugs. Balen dus! Daarom vandaag het ultieme doel om een internetcafe in Banff te vinden en dat is gelukt. Ook meteen onze mail weer gelezen en het is erg leuk om van velen te mogen vernemen dat ons verslag veelvuldig en met veel plezier wordt gelezen. In de eerste plaats schrijven het verslag voor ons zelf, maar we vinden het wel erg leuk om het met zoveel dierbare mensen om ons heen te delen. Voelt lekker, zak maar zegge!
Nadat we dus alles op internet hadden gezet was het tijd om even lekker rustig te lunchen en gezellig met elkaar te kletsen. Al snel kwamen we onze gezamenlijke passie tegen: Sushi!!!
Daar zijn we even lekker uit ons dak gegaan aan allerlei lekkere hapjes en konden we de volgende uren er nog lekker op teren. Vervolgens zijn we een ander noodzakelijke activiteit gaan doen; de was. We zijn naar een wasserij gegaan en daar al onze vuile kleding, handdoeken en beddengoed gewassen.
Door al onze buitenactiviteiten worden de kleren erg snel smerig (bij Miriam echt door het lopen door de bossen, bij Martin zijn het meestal voedselresten….) en we hadden niet echt veel kleding bij ons dus moest het gewoon even gebeuren.
Jullie merken dat de laatste paar dagen niet echt heel activiteiten waren, maar ook dat is wel even lekker. We hebben als het goed is nu weer een aantal drukke en enerverende dagen voor de boeg. Morgen gaan we nog een stuk door het Banff NP richting het adembenemende Lake Louise en omstreken, waar we een paar nachten blijven; het schijnt daar dus echt heel mooi te zijn. Ook plannen we een aantal hikes (echt zin in…) naar mooie uitkijkpunten.
Maar we houden jullie op de hoogte!
12 September 2006 (2504 km t/m 2608 km = 104 km)
Wat een werelddag vandaag!! En wat zijn we kapot! Zelfs als we jeuk aan onze ogen hebben, kunnen we onze arm niet meer omhoog krijgen om te krabben. We zitten nu aan de tafel in de camper om het verslag te maken en we tossen elke keer wie naar de koelkast loopt om een biertje of zo te pakken. Kom op zeg, het is wel 2 meter lopen hoor, naar die koelkast! Zal morgen nog wat worden.
Jaaaa, we zijn fysiek actief geweest vandaag. En niet zo’n klein beetje ook!
Ik zal jullie niet meer belasten met onze ochtendperikelen, dus na het ontbijt de camper gestart en naar onze eerste activiteit van vandaag gegaan: Johnston Canyon. Dit spectaculaire ravijn bevat twee imposante watervallen en is een van de meest bezochte wandelgebieden van het Banff National Park. Vanaf de Bow Valley Parkway komen we aan bij het begin van deze wandeling die ongeveer 6 kilometer lang is. Maar dan wel heftig tegen de berg op en minder heftig de berg af (klopt niet wat ik zeg, maar zo voelt het wel!). Maar het was elke zweetdruppel of ademtekort waard om op die canyon te klimmen. Af en toe zaten we er beiden helemaal doorheen en dan zagen we een echtpaar van 105 jaar oud ons voorbij stuiven, tintelfris en geen transpiratie te zien (of ruiken), dan keken we elkaar aan en zeiden: voel me best goed, makkie hoor! En dan gingen we weer verder. Het is echt niet te geloven en te beschrijven hoe we hebben genoten van deze tocht. Het ene mooie uitzicht volgde de andere keer op keer op. Fantastisch gewoon! En de kleuren en geuren van de natuur zijn ook zo verschrikkelijk mooi. We lopen langs gemeleerde roestbruine rotswanden waar enorme mosbedden tegen aangegroeid zijn en dan daaronder loopt een witte waterval en die komt uit in een turkooizen gekleurde rivier. En als het nog niet genoeg is, zie je op de achtergrond te grimmige bergen en een muur van groene sparbomen. Ik hoop dat jullie er nu ook een beetje beeld bij hebben.
Maar inmiddels hebben we de foto’s al van deze tocht goed bekeken op de laptop en ze zijn weer goed gelukt. Toen we eindelijk bij de bovenste waterval waren aangekomen, konden we eerst op een mooie plek aan de onderkant van de waterval filmen en daarna konden we nog een klim maken naar een plek waar we de waterval van de bovenkant konden filmen; ook dit is allemaal goed gelukt. Toen de weg naar beneden; Martin riep constant: ooh, wat hou ik van de zwaartekracht! Inderdaad de weg naar beneden was eenvoudiger te doen dan naar boven. We werden ook steeds opgewekter en groetten ook iedereen heel vriendelijk die nog naar boven moesten. Wij hadden het inmiddels al gehad en zagen hun inspanningen met genoegen aan.
Beneden gekomen hebben we eerst nog lekker geluncht op het terras van het restaurant, want ook vandaag was het weer een mooie zonnige dag. Iets meer wolken dan de andere dagen, maar er wordt voor de komende dagen ook veel regen en onweer verwacht.
Na de lunch waren we weer helemaal klaar voor de volgende high-light van vandaag: Moraine Lake.
Dit meer is minder bekend als Lake Louise, waar we later op de dag nog heen gaan, maar is even prachtig. En het feit dat dit meer vlak bij Lake Louise ligt, maakt het een kleine moeite om het even mee te pakken. Het meer is omringd met hoge bergen en heeft helder blauw water. Het is een bergmeer en het water is heeeeel koud. Ook hier hebben we eerst even lekker de uitzichten op ons in laten werken, want het is onvoorstelbaar. We zeiden vanmiddag tegen elkaar dat het wel heel bijzonder is dat 1 land zoveel natuurschoon biedt.
Vanaf de waterlijn was het water al heel blauw, maar Miriam dacht dat als ze op een berg met keien zou klimmen, ze een beter uitzicht zou krijgen op het meer. Martin moest beneden blijven zitten en niet bewegen; als hij ook nog zou gaan klimmen konden de traumahelipcopters en de intensive care afdelingen van alle ziekenhuizen in de regio al worden opgestart. Dit, na alle ervaringen van de laatste jaren van Martin in Italie en Kenia.
En inderdaad……. De fotos van Miriam op hoogte neerkijkend op het meer waren veel mooier als van de grond. Goede keus dus van Mirreke!!
En dan op naar het laatste hoogtepunt van vandaag (tenminste dat denk ik…… je weet nooit wat nog gaat “komen”): Lake Louise! Voor velen is het verhaal van dit meer bekend. Het is de trekpleister van het Banff National Park. Het is zelfs het symbool van de Rocky Mountains geworden. Het meer is beroemd wegens zijn turkooizen kleur en de besneeuwde bergen eromheen. We zien er ook de Victoria Glacier, die zich bijna tot aan het water uitstrekt. De opmerkelijke kleur van dit meer (en ook de anderen meren, zoals Moraine Lake) wordt veroorzaakt door gletsjerslib, dat vlak onder het wateroppervlak blijft hangen. We moeten er wel eerlijk bij zeggen dat door de lichtval van vandaag Moraine Lake blauwer was dan Lake Louise, maar beide meren waren absoluut de moeite waard om het te bekijken. Onze zwager Kees had ons al aangegeven dat we Lake Louise zeker moesten bezoeken en we zijn hem dan er ook dankbaar voor, maar vlak ook Moraine niet uit!
Na onze fotoshoot daar, zijn we met zijn tweeen gewoon een tijdje op een bankje gaan zitten en hebben alles nog eens goed op ons in laten werken. Soms heb je het gevoel dat je meer door de lens van de camera kijkt, dan dat je werkelijk datgene wat je ziet in je opneemt.
Dit was vandaag gewoon een topdag!!!
Maar goed, nu nog even een plaatsje zoeken voor de nacht. We hebben een camping uitgezocht vlak bij Lake Louise en voordat we daar heen gaan moeten we nog even wat boodschapjes doen. Dan naar de camping. Bij het inchecken vraagt de campingmedewerker hoeveel nachten we willen blijven slapen. Twee nachten hadden we besloten, want deze camping is ook “logistiek” gezien een goede uitvalsbasis voor morgen als we naar het Yoho National Park rijden. Na het afrekenen vonden we het heel opvallend dat deze camping zo goedkoop was, maar we zijn er nu inmiddels achter waarom: achter de camping, op 50 meter van onze plek, komt elke 20 minuten de Orient Express langs, met zijn 837 wagons en toetert om aan te geven dat er geen beren op de rails moeten lopen…. Het is werkelijk lachwekkend wat een lawaai dat geeft. Als je tegen ons zou zeggen dat de camper op de rails staat, zouden we gewoon geloven. Toch morgen maar vragen of we het geld van de tweede nacht terug kunnen krijgen; dan zoeken we in Yoho nog wel een camping waar het hopelijk wat rustiger is. Op naar een onrustige nacht……
13 September 2006 (2504 km t/m 2610 km = 106 km)
De afgelopen nacht was werkelijk een regelrechte ramp! De treinen die langs onze camping reden, bleven dit gedurende de gehele nacht doen en zodoende hebben we beiden geen oog dicht gedaan. Dit humeur van ons is dan ook direct overgeslagen naar het weer: het komt met bakken uit de lucht vallen. Het regent al sinds vannacht en het ziet er niet naar uit dat dit vandaag nog goed gaat komen. We hebben in ieder geval besloten om deze camping te verlaten en door te rijden naar Yoho NP en daar een camping te zoeken zonder rails of vliegveld in de buurt.
De enige heuvels die ik vandaag ga bekijken, zijn de heuvels van Miriam, denk ik…… We houden jullie op de hoogte (over de reis, bedoel ik..)!
14 September 2006 (2610 km t/m 3000 km = 490 km)
Om te beginnen toch nog een klein stukje schrijven over gistermiddag. Doordat het zo verschrikkelijk hard regende de hele tijd, konden we niet veel doen en daarom maar besloten om een algehele rustdag in te stellen. Om nog een nacht tussen de langsrazende treinen te slapen zagen we niet zitten en zijn daarom in 1x doorgereden naar Golden. Dit is een plaatsje net buiten het Yoho National Park. Van het park hebben we niet veel gezien door de kleine wereld waar we in leven vandaag. En wat we zagen dat bracht niet veel meer nieuwe ervaringen dan dat we al hadden van dit prachtige land. In Golden vonden we een camping, Whispering Spruce, welke op een helling van een berg was gesitueerd en uitkijk had over de Golden Valley. Prachtig gewoon! Na het installeren van de camper en het klaarmaken van een lekker borrelhapje zaten we lekker aan de picknicktafel te genieten van het uitzicht. Even later brak toch de zon door en zaten we gewoon weer met korte broek en shirtje buiten. Tegen de avond kwam de pyromanie van Miriam weer opzetten en moest er nog even een vuurtje worden gestookt op onze plek. Bijna iedere kampeerplek in Canada heeft een eigen vuurkorf, tenminste: als je een oude wielvelg een korf kunt noemen. Heel romantisch hebben we gezellig nog wat drankjes genuttigd en lekker geouwehoerd met zijn tweeën voor het kampvuur, voordat we naar binnen gingen om te eten en daarna lekker te gaan slapen. Tot zover nog even over gisteren.
Vanmorgen na het ontwaken keken we beiden naar buiten en zagen tot onze verbazing dat het heeft gesneeuwd vannacht! Vanaf de camping hadden we al een prachtig uitzicht, maar nu met de besneeuwde bergtoppen is het plaatje wel iets mooier.
De weersverwachting voor de komende dagen ziet er niet goed uit en we vrezen zelfs voor het feit dat we niet de Icefield Parkway op mogen. Er wordt de komende dagen een pak sneeuw van 20 centimeter verwacht, zeer koude nachten met vorst en overdag een graadje of 6. Ongelofelijk dat we eergisteren nog met 25 graden bij Lake Louise en Moraine Lake stonden en nu helemaal ingepakt met lange broeken, truien en jassen aanlopen (behalve Martin; dit is zijn temperatuurtje!).
Echter, vanaf zaterdagmiddag en de gehele zondag wordt beter weer voorspeld met veel zon en een graadje of 20. Dit klinkt beter!
Maar het is nu donderdag; hoe gaan we de komende dagen overbruggen? Er is hier letterlijk niets meer te zien? Wat als er geen beter weer komt en de vooruitzichten kloppen niet? Hier hebben ze geen Piet Paulusma!
Kortom; we moesten even de plannen weer op een rijtje zetten en zijn daarom maar naar Lake Louise Informatie Center gegaan om even wat meer informatie en opties te bespreken.
Daar aangekomen kwamen we nog een uiterst hartelijk en spontaan nederlands stelletje (Niels en Carline) tegen waar we ook mee aan de praat zijn geraakt op Cincinetti Airport.
Eerst nog even wat ervaringen van de laatste weken uitgewisseld en gezamenlijk een cappuccino gedronken in een koffiebar. Blijkt dat we ook gelijktijdig terugvliegen naar Amsterdam, dus we zien elkaar wel weer in Seattle.
Na een goed overleg met elkaar hebben we, nadat we de man van het informatiecentrum hadden gesproken, besloten om nu in 1x naar Jasper te rijden over de Icefield Parkway en daar 2 dagen te blijven en te relaxen in het gezellige stadje. We rijden dus de Parkway vandaag, terwijl we bijna niets kunnen zien van de uitzichten en de prachtige natuur. Vervolgens rijden we hem weer terug naar Lake Louise op zondag of mogelijk al op zaterdag. Vanzelfsprekend afhankelijk van het weer. Doordat we dus de komende 2 dagen niet veel kunnen doen en zien, komt ons reisschema enigszins wel onder druk te staan. We hebben dus ook maar besloten om de laatste 2 dagen van de vakantie niet naar Vancouver te gaan. We hebben nu van diverse mensen gehoord dat de stad erg tegenviel en het er erg druk is. Ook is er veel criminaliteit. Misschien ooit voor een latere vakantie doen we Vancouver nog een keer.
Nadat we afscheid hadden genomen van Niels en Carline, begon dus de reis naar het wintersportplaatsje Jasper. Vanaf Lake Louise tot Jasper is het zo’n 235 kilometer over een lange, soms kronkelende bergweg met grote klim- en daal momenten. Je zit dus niet te wachten op veel sneeuw en gladdigheid tijdens de rit. Bij het passeren van het toegangshek voor de Icefield Parkway (de weg tussen Banff en Jasper National Park) hoorden we dat het al was begonnen met sneeuwen onderweg. Inderdaad na een half uurtje reden we midden in de sneeuwbui en stak de wind ook nog eens op. Worden nog een paar spannende uurtjes.
Onderweg konden we toch best nog wel wat zien, maar de vergezichten die waren verscholen achter de wolken en mist zagen we niet. Nog een paar keer gestopt, want ook hier sta je versteld van de blauwe bergmeren en zo.
Tijdens het rijden bleek dat we steeds rondom de sneeuwgrens aan het rijden waren; dit was ongeveer op 1500 meter hoogte.
Vanaf het ene moment reden we midden in de besneeuwde bergen en sparbomen, vervolgens na een paar bochten reden we gewoon in een groene wereld waar het leek nog geen druppel of vlok te hebben geregend of gesneeuwd.
De rit verliep eigenlijk probleemloos en onderweg zagen we soms toch een beetje de mooie uitzichten waarom deze weg zo wereldberoemd is. Dit belooft hopelijk wat voor de zondag!
Na een rit van 3 uur kwamen we aan in Jasper en konden meteen de camping vinden die we hadden uitgezocht. Eerst nog onverwacht een Elk (groot elandachtig beest met enorm gewei) aangetroffen in een bos. Dit was de eerste die we deze vakantie gezien hebben en dat terwijl we vooraf hadden gedacht dat je deze ELKe dag wel zou zien.
Normaal gesproken in deze tijd van het jaar hoef je nooit een camping te reserveren, maar na aankomst bij de camping bleek deze vol te zijn en stond er nog een rij met campers te wachten. Godzijdank had de campingbaas een enorme toeloop van campers verwacht, gezien het noodweer wat de komende dagen op komst was.
Er was bij de nabij gelegen camping (wat uitsluitend een wintercamping is) extra ruimte gereserveerd voor alle campers, want ze kwamen nu uit alle windrichtingen.
Op een grote parkeerplaats, met een sanitairgebouwtje, is nu een noodcamping ingericht met alleen een elektra aansluiting en geen water en afvoer. Vannacht slapen we dus op de noodcamping en morgen hebben we een plaatsje op de gewone camping.
Morgen gaan we ieder geval een dagje doorbrengen in het plaatsje Jasper.
Terwijl ik dit allemaal aan het schrijven ben, dwarrelen de sneeuwvlokken al langs de ramen. De kachel staat de loeien en we zitten lekker met een paar extra sokken aan onze tafel in de camper.
Morgen neem ik ook een dagje vrijaf ten aanzien van het schrijven in dit reisverslag. Ik bedoel; wat moet je nu schrijven over een plaatsje in de bergen, waar je een beetje gaat winkelen, hapje eten, beetje strollen door de straat en misschien nog een verwarmd terrasje pakken.
Tot over een paar dagen dus!!
15 September 2006 (3000 km t/m 3072 km = 72 km)
Vanmorgen lekker rustig aangedaan en zowaar iets langer in ons bed blijven liggen. Het was veel te koud om onder die dekens uit te komen. Maar goed, we hebben vandaag ook helemaal de tijd aan ons zelf, want we blijven vandaag in Jasper. Mocht het vanmiddag nog een beetje opklaren dan willen we nog een klein rondje rondom Jasper rijden om een paar mooie uitkijkpunten te bezoeken. De hoeveelheid sneeuw die voorspeld was is er de afgelopen nacht niet gekomen. We kijken uit over de bergen en zien de toppen wel met sneeuw bedekt, maar op de camping is alles nog gewoon zoals het was. Maar wel heel koud. We hebben halverwege de nacht toch maar de kachel iets aan gezet.
Na het ontbijt zijn we met de camper richting het dorpje Jasper gegaan. Jasper vonden we beiden veel leuker dan Banff. In Jasper lijkt het meer een gewoon dorp met een veel mindere toeristische inslag dan Banff. Samen lekker geslenterd door de straten en ’s morgens nog een uitgebreid ontbijt gegeten in een erg gezellige lunchroom met een zeer vriendelijke australische serveerster. Na dit gedaan te hebben was het tijd voor de reguliere zaken van de dag; boodschappen doen. We halen niet zoveel meer in huis, want over 2 dagen gaan we weer de grens over naar Amerika. We hebben besloten om ons reisschema helemaal om te gooien. Doordat we een paar dagen “verloren” hebben bij Jasper, door de slechte weersvoorspellingen, rijden we dus de Icefield Parkway ook weer terug naar Banff. Hierdoor komt ons reisschema toch al niet meer uit en moesten we weer een alternatief bedenken. Miriam kwam met een panklare oplossing waarmee ze meteen veel gelukkiger was; we rijden alsnog via de Northern Cascades terug naar Seattle. Door deze omzetting had ze niet het gevoel dat we na Jasper (ons laatste natuurpark) al weer op weg naar huis waren. De oorspronkelijke weg was hoofdzakelijk over snelwegen naar Seattle en nu heeft ze het gevoel ook de laatste 4 a 5 dagen nog echt vakantie te hebben en via mooie natuur terug te rijden. Zat wel wat in en zodoende hebben we een mooie route uitgestippeld die weer via een natuurpark in Amerika loopt; The Northern Cascades.
Qua kilometers maakt het niet zo veel uit, maar we zullen er iets langer over doen dan uitsluitend over de snelweg te rijden. In ieder geval hebben we beiden het gevoel dat het te doen is in de beschikbare tijd die we nog hebben. Morgen gaan we dus de weg terug naar Banff doen, want de weersberichten wijzigen per uur en komen niet uit zoals voorspelt. We kunnen ons niet meer permitteren om langer te wachten. Zondag zou een mooie dag worden en nu wordt al weer voorspeld dat het dan gaat sneeuwen en zwaarbewolkt is.
Na de lunch in Jasper, werd het weer iets beter en besloten we om toch nog maar een ritje te maken naar Medicine Lake in het Jasper National Park. De rit er naar toe was prachtig, maar eerst moesten we nog even wachten voor een spoorovergang omdat er een trein langs kwam. Deze trein was zo lang dat het werkelijk ongeveer 20 minuten duurde voordat ie voorbij was. Wij balen dat het zo lang duurde en toen de trein eindelijk voorbij was en wij weer klaar waren om verder te rijden…….kwam er nog een trein die even lang was.
Het humeur daalde toen wel enigszins, zeker toen het inmiddels ook weer begon te sneeuwen.
Uiteindelijk toch op pad gegaan en via een mooie rit konden we nog even genieten van Medicine Lake. Dit meer is een van de mooiste meren in dit park en bijzonder omdat het waterniveau van dag tot dag kan verschillen. Dit komt omdat onder het meer allerlei bronnen, tunnels en natuurlijke reservoirs lopen, waar soms het water in loopt en dat het halve meer opslokt.
Door de sneeuw was het uitzicht over het meer en de omringende bergen heel mooi. We begonnen allebei allerlei kerstliedjes te zingen.
Hierna lekker teruggereden naar de camping en daar lekker naast de camper een kampvuur gestookt en gezellig met zijn tweetjes een borrel genomen en zitten kletsen tot het kampvuur bijna gedoofd was. Maar omdat het zo gezellig was hadden we bijna niet door dat onze onderkant van het lichaam inmiddels bevroren was…..toen maar naar binnen gegaan en lekker gaan koken en lezen. Morgen weer een dag!
16 September 2006 (3072 km t/m 3376 km = 304 km)
Vanmorgen met argusogen naar buiten gekeken hoe de weersinvloeden vannacht hebben huisgehouden. Het valt mee; er is wel wat sneeuw gevallen en de wegen zijn goed begaanbaar rondom de camping. Hoe de wegen op de Icefield Parkway zijn, weten we niet en we besluiten toch maar om te gaan rijden vandaag. Inmiddels is ook duidelijk geworden dat het weer van morgen ook weer zwaar bewolkt en veel kans op sneeuw is. Nog een dag wachten is dus ook geen optie, omdat we dan in vergelijkbaar weer zitten. We hopen gewoon dat we toch nog mooie dingen gaan zien vandaag. Zo niet, dan is het gewoon jammer en kunnen we niet alles hebben; we hebben tenslotte toch heel erg geluk gehad met het weer in de eerste 2 weken van ons verblijf hier. Miriam zegt dat ze blij is dat ze in ruil voor de Icefield Parkway de Northern Cascades in Amerika er voor terug heeft.
Maar we moeten zeggen dat we vandaag, ondanks het verminderde zicht op de Parkway, toch heel veel mooie uitzichten hebben gezien. We zeiden tegen elkaar: in deze vakantie zit de zomervakantie en de wintersport, we hebben in korte broek en shirtjes gelopen en nu in dikke truien en bijna sneeuwkettingen om de camper. In eerste instantie baalden we erg van het feit dat er bijna geen zicht is en ook nog eens een pak sneeuw ligt, maar hoe verder we rijden hoe mooier we het gaan vinden. Ook het sneeuwlandschap geeft zo zijn prachtige plaatjes.
Allereerst maken we een stop bij de Athabasca Falls. Een erg mooie waterval die in een soort trechter valt van rotsen. Deze rotsen zijn door de kracht van het water zo mooi uitgeslepen dat het weer een aantal mooie plaatjes oplevert. Wel gek om iedereen met mutsen en dikke jassen te zien; 3 dagen geleden zaten we nog op een terrasje met korte broek en shirtje. Het blijft echt lachen met de bussen met Japanners; het zijn echt net mieren die op jouw plaats willen staan waar jij de foto’s maakt. Ze poseren op de gekste plekken; bijvoorbeeld voor een telefooncel, voor een ingang van een cafetaria, je noemt het en zij poseren.
Na deze foto’s bij de watervallen te hebben genomen zijn we doorgereden en kwamen er steeds meer betere uitzichten te zien. Onderweg nog een aantal keren gestopt op mooie punten en bij mooie meren.
Vooral nu met alle sneeuw en de helderblauwe turkooizen meren, levert het mooie fotos en video-opnamen op. Vooral Peyto Lake was ongelofelijk zo mooi! Het meer ligt in het dal van een aantal bergen er om heen en deze bergen waren helemaal wit besneeuwd en ook de dennenbomen waren bedekt met dit witte goedje. Een ander voordeel was dat op dat moment ook het gehele dal en de vergezichten vrij waren van tussenliggende wolken en dat leverde weer mooie plaatjes op (begint te vervelen he…deze zin?!)
De wandeling naar het meer was pittig te noemen door de steile helling die we moesten nemen, de weg terug was slipperig door de ijzige paden en zoals gewoonlijk ging Martin weer op zijn platte plaat en had Miriam al weer bijna Achmea Health gebeld om de repatriering weer op gang de brengen (draaiboek hadden ze nog).
Na dit fantasische meer zijn we weer doorgereden tot het volgende stoppunt: Bow Summit, Ook een heel mooi meer, maar dan op de achtergrond een tweetal grote gletsjers, die aan het eind een soort buisvormig einde hadden. Het leek net alsof de sneeuw, bij het vallen tussen de bergen, in een turbulentie had gezeten waardoor deze buisvorming was ontstaan. Ook dus weer erg mooi om te zien.
We reden vervolgens na een half uurtje de Parkway af en gingen weer op weg naar de camping waar we 3 dagen geleden ook hadden geslapen: Whispering Spruce in Golden. Dit ligt op onze nieuwe koers die we uitgezet hebben voor de komende dagen. “Ons” plekje F11 was inmiddels vergeven aan een ander, maar we kregen een mooie andere plek waar we direct weer het kampvuur voor de camper hebben opgestookt en de dag weer gezamenlijk hebben geevalueerd onder het genot van een hapje en een drankje.
Morgen gaan we dus verder richting de amerikaanse grens om daar waarschijnlijk helemaal gestript te worden in verband met veiligheidsvoorschriften. In de camper mogen geen voedsel en drankvoorraad worden meegenomen, dus moeten we vanavond zoveel mogelijk opmaken. Kan nog gezellig worden…..
17 September 2006 (3376 km t/m 3888 km = 512 km)
Vanmorgen lekker op tijd vertrokken vanuit Golden. Om 8.20 zaten we in de camper en reden richting Revelstoke om van daaruit de borden te volgen naar Sicamous en later Kelowna. Het eerste gedeelte tot aan Revelstoke was echt nog bergachtig gebied en zijn we ook nog door de natuurparken Glacier (een andere dan eerder deze vakantie) en Mount Revelstoke gereden. Om daar te komen moesten we ook nog even de Rogers Pass nemen. Berglandschap alom en hoe meer we naar het zuiden rijden, hoe mooier het weer en de temperatuur wordt.
We kunnen merken dat het zondag is; er is geen auto op de weg te zien en we hebben het rijk helemaal voor ons zelf. Wat opvalt tijdens het rijden is dat we niet meer zo snel in extase komen door de landschappen die we zien. De vergezichten vullen niets meer aan ten opzichte van alle andere die we al gezien hebben. Er blijken dus ook geen foto’s en video-opnamen gemaakt te worden. Het is allemaal weer prachtig wat we zien, maar het blijkt dus te wennen. Maar allebei bekennen we dat het ons nog steeds niet verveelt. De weg tot Revelstoke doet ons nog steeds heel erg aan de Rocky’s denken, maar als we eenmaal die plaats voorbij zijn, dan verandert het gehele landschap. De bergen worden wat minder woest en lijken erg op het schotse heuvellandschap met veel akkerbouw en wat armoedige dorpjes. Niet echt boeiend dus!
Dan komen we de stad Kelowna binnen rijden en valt ons op dat de sfeer in deze stad erg prettig en vriendelijk is. De stad is veel groter dan we vooraf dachten en we moesten dwars door de stad, waar het erg druk was net na het middaguur. Toen we dan ook langs een Sushi-bar kwamen was de keuze dus snel gemaakt; effe lunchen!
Na de lunch moesten we nog het laatste gedeelte van de stad door en door de drukte kwamen we zo vast als een huis te staan in de eerste file die we in deze weken meemaken. Maar dan als we de stad uitrijden, verandert het landschap wederom; we komen in een wijn- en fruitlandschap! We wisten niet dat Canada een wijnproducerend land was en zeker niet binnen 4 uur rijden van de sneeuwige Rocky Mountains! Zelfs het klimaat is hier veel milder en zonniger dan nog maar een paar uur van de dikke jassen en stevige schoenen. We lopen hier weer in korte broeken en shirts. Lekker hoor! Als we langs Mara Lake rijden moeten we denken aan het Lago Maggiore in Italië. De rit langs het meer en alle gezellige dorpjes met terrasjes en overal grote fruitkraampjes, het lijkt er echt op! Jongeren met bootjes, veel campings, veel entertainment en jongeren die kanoen, surfen of zelfs Kite-surfen. Het doet allemaal erg gezellig aan. Op de achtergronden van deze dorpjes zien we de berghellingen met wijnranken. Heel apart om dit hier te zien. Het landschap is niet zo heel bijzonder, maar de sfeer die het hier uitstraalt, spreekt ons zeer aan. We kunnen dan ons helemaal voorstellen hoe het hier is als het hoog zomer is. Dit landschap volgt ons eigenlijk de gehele rest van de rit van vandaag tot aan de amerikaanse grens. Via Westland, Summerland en Pencticon komen we in Osoyoos. Hier is de grensovergang naar de US. We wisten niet helemaal wat we hier konden verwachten. Men had ons gezegd dat alle campers worden doorzocht op bezit van verse groente, fruit, vlees, zuivel, alcohol en sigaretten. We hadden dus de afgelopen dagen rekening gehouden met het opmaken van allerlei restjes en we waren er op ingesteld dat we dus na de grensovergang allerlei nieuwe verse dingen moesten kopen. Aangekomen bij de grens werden we zeer netjes te woord gestaan en waren de douaniers erg aardig. Men wilde inderdaad de camper doorzoeken, ondanks dat we precies hadden gezegd wat we allemaal bij ons hadden. Alles was eigenlijk toegestaan om vanuit Canada binnen de US te brengen, uitsluitend koeienproducten. De schade was voor ons maar beperkt tot een pondje gehakt. Ik had toch geen zin in spaghetti, dus dat viel ook wel mee.
Na de grensovergang nog even boodschappen gedaan voor de komende 3 dagen, want vanaf morgen zitten we weer in een natuurpark: The Northern Cascades.
Maar voor vannacht hebben we ons kamp opgeslagen op een camping aan Spectacle Lake vlak voor Tonasket, Washington. Bij aankomst bleek het alles te zijn behalve Spectacle. Oude en vieze zooi aan een half leeg troebel meer. Maar goed, het is maar voor 1 nacht en godzijdank kunnen we in “onze” camper lekker naar de WC en douchen.
Morgen gaan we weer verder richting Mazama, vlak voor the Northern Cascades. Vannacht zal het erg rustig voor ons zijn op de camping, want we zijn de enigen.
Al met al was het maar gewoon een reisdag, maar we hebben erg genoten van de rit van vandaag. Nu niet zozeer door de natuur, maar meer door de mensen die de gezelligheid uitstralen en overal plezier lijken te hebben. Maar dat de amerikanen en ook de canadezen van outdoor-activiteiten houden, wisten we al.
18 September 2006 (3888 km t/m 4024 km = 136 km)
Vanochtend weer op tijd wakker, maar dat is wel logisch want het is hier namelijk weer een uur vroeger dan dat we de hele vakantie al hebben. We zitten nu dus op 9 uur tijdsverschil met Nederland.
Om 8.45 vertrokken om koers te zetten naar the North Cascades. Alleen zo ver komen we dus niet vandaag. Als we weg willen rijden begint het al wat te spetteren en als we eenmaal rijden valt het echt met bakken uit de lucht. Ook heeft Martin vreselijke pijn in zijn rug door het bed van de camper (hoewel we wel lekker slapen) dus besluiten we niet ver te rijden. We hebben nu immers weer genoeg tijd, de afstand naar Everret (een voorstad van Seattle) waar wij de camper moeten inleveren is zo’n 220 kilometer en daar moeten we pas vrijdag zijn. We rijden dus via Tonasket, Riverside, Omak en Okanogan naar Winthrop. In deze plaats is weer een KOA camping en die zijn altijd super schoon en netjes, dat is best lekker na die camping van gisteren.
We komen in de stromende regen al rond 11.30 aan in Winthrop en gaan eerst maar even kijken of ze plek hebben en ja hoor, van de 82 plaatsen zijn er 81 vrij; we kunnen dus zelf uitzoeken waar we willen staan. We regelen het toch maar vast en besluiten hierna na het plaatsje Winthrop te gaan.
We vragen nog even naar het weer voor nu en de komende dagen, maar dat ziet er niet zo goed uit vinden wij; redelijke temperatuur, maar wel veel kans op regen. Hier zijn ze er erg blij mee, want ook hier is weer veel brand in de omgeving, het blijkt heel normaal te zijn en niemand is in paniek, wij dus ook niet. Martin wil namelijk veel wandelen want hij denkt dat zijn rugpijn daar wel van overgaat.
In Winthrop aangekomen blijkt het een echt Western dorpje te zijn. Het dorpje is in 1883 ontstaan toen de eerste goudzoekers hier kwamen. 1893 is het herbouwd nadat een groot deel door brand verwoest is. In 1972 nadat de aanleg van de Highway 20 (waaraan Winthrop dus ligt) helemaal af was, is het dorp in volle ere hersteld om er een toeristische trekpleister van te maken. Dat is best goed gelukt, want als je de moderne auto’s en de wegbewijzering weg denkt, denk je bij het naar buiten lopen van de Saloon, na het nuttigen van een heerlijke lunch:waar is m’n paard ook alweer??
Ook hadden we de mazzel dat het dorpje bezaaid was met allemaal oude Packard’s. Dit is een amerikaans merk auto wat inmiddels al geruime tijd niet meer bestaat. Het bedrijf is ergens in de zestiger jaren failliet gegaan en er is geen ander merk geweest wat het aangedurfd heeft om een doorstart te maken. Echt, de auto’s zagen er helemaal tip top uit, voorzien van veel chroom en van binnen veel grote glimmende klokken, een onwerkelijk groot stuur en leren banken. Er was er zelfs 1 die op de achterbank echt een salonbank had staan, met in de hoeken van de hoedenplanken ingebouwde vazen, waar bloemen in stonden. Het bleek vroeger een erg exclusief merk te zijn en dat zie je er wel aan af. Er waren vandaag 27 exemplaren, van verschillende modellen en bouwjaren aanwezig in Winthrop. Dit in verband met een grote toertocht van een week door een paar amerikaanse staten. De eigenaren van de auto’s glommen net zo van trots als dat de auto’s van het poetsen. Martin heeft veel foto’s gemaakt van de auto’s om aan zijn vader te laten zien. Het staat hem nog bij dat in de tweede wereldoorlog zijn vader bij de amerikaanse legerbasis in Wierden nog in zo’n auto heeft gezeten. Leuk al die sentimenten, toch!?
Na het bezoekje aan dit dorpje gaan we weer terug naar de camping voor een biertje en een lekker stukje pizza (perfect hoor die oven in de camper!).
Heerlijk relaxen met een muziekje, een goed boek en elkaar.
Tot morgen.
19 September 2006 (4024 km t/m 4315 km = 291 km)
Vanmorgen voor het ontbijt hadden we al een hartstikke leuke ontmoeting met “onze buren” John en Cindy Cronenborg uit Missouri. Gisteravond tijdens een biertje met zijn tweeen zaten we onze plannen voor over 10 a 15 jaar te bespreken met elkaar. We stonden namelijk naast de camper van John en Cindy en deze camper is meer uit de categorie Connexxion, Lijn 143 Lelystad – Kampen! Zo groot bedoelen we en niet het aantal stoelen van deze lijnbus. Werkelijk een plaatje om te zien. Eerst zaten we te mijmeren of we later, als we een paar jaar gaan toeren in de states om ons geld op te maken, zo’n soort camper zouden kopen of een pick-up auto met een grote trailer. Nou, allebei kozen we voor de grote camper en daarachter zouden we dan een klein autootje hangen om nog makkelijk de stad in te kunnen of zo. Maar de volgende vraag die we hadden is hoe ziet zo’n ding er nu van binnen uit. De zijkanten van de camper konden via hydraulische slide-outs uitgeschoven worden en zo ontstaat er dus veel meer binnenruimte als je op de camping staat. En moet je hiervoor een vrachtwagenrijbewijs hebben? Zo ja, dan gaat Martin direct zijn grote rijbewijs halen in Nederland; je weet hoe ie is….
Kortom; allerlei vragen die we hadden, maar die niet beantwoord werden. Tot vanmorgen dus!
Miriam zat lekker buiten met een mok koffie haar ochtendshot nicotine te ondergaan toen de buurman langs kwam lopen. Ze raakten aan de praat en Miriam gaf aan dat ze hun camper zo mooi vond. Of we even binnen kwamen om een kop koffie te drinken. Dat leek ons wel gezellig, want zoals werkelijk de meeste amerikanen, was ook dit echtpaar heel vriendelijk en gastvrij. Toen we binnenkwamen wisten we niet wat we zagen; een grote keuken voorzien van alle gemakken, inclusief grote koelkast en vriezer, een zithoek met grote bank, een aparte kleine toilet voor de gasten, een grote badkamer in de gesloten slaapkamer, voorzien van televisie. Boven, tussen de bestuurdersstoel en passagiersstoel hing een grote TV met DVD en video. Door de slide-outs hadden ze een woonkamer / keuken van 6,5 x 5 meter!!
Waanzinnig gewoon! En nu komt het: je mag dergelijke campers, tot aan een maximum gewicht van ongeveer 26.000 Pounds, gewoon rijden met klein rijbewijs! Kun je het geloven? Wij eerst niet, maar het blijkt dat als je een dergelijk voertuig voor recreatief gebruik rijdt (dus niet commercieel), je dus gewoon met je rijbewijs kunt doen. Deze camper woog in totaal 19.000 pounds. Het kan dus nog groter!!
Miriam en ik zijn dus helemaal overtuigd dat we dit over 10 a 15 jaar gaan doen, of eerder als we de staatsloterij winnen of zo…
Was wel erg leuk om dit even meegemaakt te hebben en ook met John en Cindy emailadressen uitgewisseld om elkaar te informeren over onze en hun reis. Zij hebben alles verkocht wat ze hadden en gaan de komende jaren door hun land heen toeren met dit rijdende huis.
Nadat we afscheid hadden genomen, reden we deze erg gemoedelijke camping af en koersten richting de North Cascades. De eerste paar kilometers waren redelijk vlak en enigszins kaal, maar daarna reden we de cascades in en zaten we ineens weer in het groen en enorme grillige bergen. Zoals inmiddels is gezegd, heeft er wel enigszins een bepaalde verzadiging opgetreden; we hebben zoveel mooie dingen gezien (en ook als je het weer terugziet op foto en video), maar eerlijk gezegd vonden we beiden de cascades erg mooi. Niet dat het werkelijk iets nieuws laat zien, maar het landschap varieerde enorm en de uitzichten waren ook mooi. Onderweg nog een enorme dam gezien in een wederom erg mooi gekleurd meer.
Onderweg in Newhalem (in de cascades) zijn we even gestopt bij een winkel om een kop koffie te kopen. Het merk was Douwe Egberts en wij uit ons dak natuurlijk. Chauvinisten die we zijn. De dame achter de bar wist meteen dat we hollanders waren. Doen allemaal gek als ze Douwe Egberts zien….
Buiten kwamen we nog aan de praat met Rob en Lies Terstall. Deze mensen spraken ons aan toen ze hoorden dat we Nederlands spraken. Bleek dat ze Nederlanders waren en dat Rob al sinds de jaren vijftig in Canada woont. Rob is als 10 jarig kind met zijn ouders naar Canada verhuisd en later voor IBM naar Nederland gegaan om daar te werken. Heeft op een bepaald moment toen hij 45 jaar was een fikse gouden handdruk ontvangen na een reorganisatie en is toen teruggegaan naar Canada. Een erg leuk en onderhoudend stel van ongeveer 60 jaar en al pratende een hoop dingen over Nederland besproken. Wederom emailadressen uitgewisseld en elkaar uitgenodigd als we in de buurt zijn in Nederland of Canada.
Onze route van vandaag liep via de dorpjes: Mazama, Diablo, Newhalem, Marblemount, Rockport, Darrington (waar we ons verreden hebben en uiteindelijk in een doodlopend bosweggetje uitkwamen), Arlington en uiteindelijk onze eindbestemming van deze dag Lakewood.
Op deze camping blijven we 2 nachtjes staan, want de omgeving ziet er wel erg gezellig uit. Onze plek is aan de rand van een meer (zoiets als het Veluwemeer), met een bootsteiger voor de deur die overzicht biedt over het gehele meer. Op het eind van de steiger staat een “bistrosetje” (zo idyllisch…), waaraan we vanmiddag lekker ons eerste biertje hebben gedronken. Vlak in de buurt is er een Outlet Centre waar we morgen lekker even gezellig gaan winkelen en lunchen. Ook moet ik weer internet zien te vinden, want we hebben inmiddels begrepen dat via duistere wegen ons verslag van internet is verdwenen. We gaan het morgen er weer op zetten.
De laatste dagen zijn we harder opgeschoten dan gepland en hierdoor hebben we de komende dagen niets meer op de planning staan. We gaan hier in de buurt nog een beetje rondrijden om wat vertier te vinden. We hebben beiden besloten dat we na 3 weken vroeg uit de veren en een kleine 4500 km ook wel een beetje rust verdiend hebben. Want dat we afgelopen 3 weken een hele hoop gezien en gedaan hebben, blijkt ook wel uit de reacties van de mensen waartegen we vertellen wat we allemaal gedaan hebben. Het was allemaal de moeite waard en we genieten nog steeds van alle indrukken die we opgedaan hebben en die we nog gaan doen. De laatste paar dagen zullen dus lekkere “keuveldagen” worden, waarvan we jullie natuurlijk nog wel van op de hoogte houden.
20 September 2006 (4315 km t/m 4400 km = 85 km)
De regio Seattle maakt zijn naam waar ten aanzien van het weer: De regen komt met bakken naar beneden! Het is niet te geloven maar vanaf vannacht ging het los en tot het moment van nu, het begin van de avond, is het niet gestopt. Martin had zo graag vandaag nog een grote wandeling willen maken door de bossen van Lakewood, maar ook hij ziet in dat het met dit weer geen pretje is. Het enige wat we vandaag kunnen doen is een beetje rondrijden in de regio en dan maar lekker gaan shoppen in het outlet centre wat hier in de buurt zit. Miriam blij!
Maar eerst gaan we na het ontbijt, nadat we lekker uitgeslapen hebben, naar de bibliotheek in Stanwood. Martin wil iets uitzoeken in de encyclopedie over de Pleistocene en Holocene tijdperk in dit gebied. Tevens wil hij iets weten over genetische consequenties rondom het kruizen van eekhoorns en bergcavia’s……….
Allemaal weer geouwehoer! Martin wil gewoon het reisverslag weer op het internet zetten en in de bibliotheek is de enige internetaansluiting in de regio voor consumenten. Ongelofelijk vinden we het, dat er in Amerika niet meer internetcafe’s zijn dan dat we gezien hebben. Maar goed; we hebben alles er weer op staan en het verslag is bijgewerkt tot en met gisteren; lekker lezen dus!
We vinden het wel waanzinnig leuk dat onze verslagen zoveel gelezen worden. Veel leuke reacties gehad en toen we niet meer op het internet stonden, kwamen er emails binnen die ons hierover informeerden.
Bedankt voor het warme gevoel dat jullie ons hebben gegeven, zelfs op deze afstand!
Nadat we klaar waren in de bibliotheek zijn we dus op weg gegaan naar het Outlet Centre.
Hier lekker de rest van de dag geshopt en wat kleren gekocht en vervolgens in de Wal-Mart nog wat boodschappen gedaan voor de rest van de dagen die we nog hebben in de camper.
Nu lekker het kacheltje in de camper aangedaan en zitten we lekker te lezen en te laptoppen. Meer is er met dit hondenweer niet te doen.
Prachtig deze reis ! Voor ons allemaal herkenbare plekjes 🙂
Wij hebben 1 keer een camper gehuurd in Canada .en hebben met een Jeep deze rondreis gemaakt incl Vancouver eiland.
Vorig jaar hebben we een wegbreng camper van Go Canada van Whitehorse naar Calgary
weggebracht. En 2015 van Calgary naar Toronto.via Amerika o.a yellow stone park en andere parken daar in de buurt.
Heerlijke reizen…..
Zit hier ook nog na te genieten . THX
LikeGeliked door 1 persoon
Geweldig!! Wij willen ooit met eigen camper een jaar Canada / Usa reizen.
LikeGeliked door 1 persoon